vrijdag 30 maart 2012

JAAP VLIJM!!.......... COLLEGA!


Beste Jaap,



Vanaf nu ben je vrij om te doen wat je wilt.
Er zijn genoeg leuke dingen om vanaf nu te ondernemen.
Je hebt nu lekker veel tijd om aandacht te besteden dingen die je interessant vind en natuurlijk aan je kinderen en je kleinkinderen, zoals ik ook graag doe.

In de tijd, dat ik een collega van je was, heb ik veel van je geleerd.
Je wist altijd precies wat je wilde en waar je goed in was en daar maakte je altijd goed gebruik van.
Dit heeft veel indruk op mij gemaakt.
Het bijzondere aan jou was, dat je nooit eigenwijs was, terwijl het toch bijzonder was, wat je allemaal gedaan hebt!

Op je hoogtepunt werd je hoofd-administratie op de hoofdlocatie van het Lauwerscollege in Buitenpost, dit is ook het werk, wat je graag deed en men profiteerde daar ook van je kennis, maar volgens mij had je daar Directeur moeten worden!
Nu je afscheid neemt, vraag ik me af, hoe het daar nu verder moet…
Het zal jou een worst wezen, jij gaat vanaf nu alleen maar lekker ontspannen!

Mijn kinderen hebben ontzettend veel van jou geleerd, en praten er nog steeds over.
En ik weet zeker, dat je ook voor veel andere leerlingen heel veel betekend hebt!
Als ik thuis lekker in de tuin bezig ben komt er af en toe wel eens een oud-leerling voorbij, waar ik even een praatje mee maak en ze vertellen me dan hoe ze je gewaardeerd hebben als leraar.
Je had veel waardering voor mijn kinderen en dat had ik ook voor jouw kinderen.
Ik weet, dat je veel liefde en energie stak in de opvoeding van je kinderen.
Marike heb ik niet zo goed leren kennen, met haar heb ik nooit een balletje getrapt in tegenstelling tot Henri waar ik af en toe mee voetbalde.
Ik leerde hem kennen als een prettige jongen.

En Diderick vergeet ik zeker niet, omdat ik hem natuurlijk jaren les heb gegeven
Hij was altijd op een leuke manier aanwezig en ik had daarom altijd een aanleiding om iets leuks over hem te schrijven in de schoolkrant.

Omdat ik er op 12 mei helaas niet bij kan zijn, wilde ik toch iets leuks voor je
verzinnen, om je te geven.
Ik kwam op het idee wat oude schoolkranten bij elkaar te zoeken en de stukjes over jou daaruit te pikken en samen te voegen.
Zo is het een boekje geworden met allerlei leuke herinneringen van de tijd op de Hughemarke in Noordhorn en het Lauwers College in Grijpskerk.

Jaap, ik wens jou nog vele mooie jaren in goede gezondheid en ik hoop
dat jij en Hennie, de kinderen en kleinkinderen nog lang van elkaar mogen
genieten!




Vriendelijke groeten van Jan Thijs de Haan







Dit zijn allerlei korte stukjes uit oude schoolkranten, die ik voor deze gelegenheid heb opgezocht, allerlei leuke herinneringen:




Jaap Vlijm



Als hij praat, schreeuwt ‘ie
Als hij eet, vreet ‘ie
Als hij lesgeeft, rekent ‘ie
Als hij hobbiet, rekent ‘ie
Als hij ontspant, rekent ‘ie
Hij is de discoman
Daar regelt ‘ie wat an
Hij beheert veel potten
En laat zich niet bedotten
Ouderbijdrage, pot van ’t personeel
Niets is hem teveel
Rekenen doet hij graag
En het vullen van zijn maag
Hij is de enige onderwijsman
Die zijn salaris berekenen kan
Want als hij werkt, rekent ‘ie
Als hij eet, rekent ‘ie
Hij was bij de marine
En nu is hij een rekenmachine!





De nieuwe scholengemeenschap is zuinig met namen. Wat denkt u van:
Hut-Dam-Vlijm-Sip-Haan-Tees.
Het mag amper een naam hebben…....

Bij volleybal is meneer Vlijm een geducht tegenstander:
Zijn praatjes vullen de gaatjes

Meneer Vlijm:
Een smurf op een surf

Jaap Vlijm, oefenend voor het koor:

 "Wat ik in mijn keel heb? Vraag dat maar eens aan mijn ligbad?"  (Hennie wilde liever, dat Jaap alleen in de badkamer zijn zangkunsten oefende.
De mensen fietsten immers ver om het huis heen, als Jaap in de tuin stond te zingen…)

Als Vlijm in bad zingt, denkt zijn computer, dat iemand aan het balkon een aubade staat te brengen…

Hoe minder Vlijm wiskunde geeft, hoe mathematischer zijn humor wordt…


Logica van Vlijm:

Werktuig: 
tuig dat werkt
Hertog: 
hert op de tocht
Wandkleden:
behangen
Venten: 
meer dan een vent
Boksen: 
meer dan een broek
Fietsen:
Als het linkerbeen steeds
komt kijken, of het rechterbeen
wel wat uitvreet en vice versa.



Goede voornemens 1984, Jaap Vlijm:

Mezelf blijven.

Goede voornemens 1986, Jaap Vlijm:

Mijn 25 jarig jubileum als staatsvazal met gepaste bescheidenheid vieren en met lede ogen toezien hoe het bedrijf, dat ik voor de staat heb opgebouwd wordt verkwanseld aan de eerste de beste zakenman…

Het huis van Vlijm ligt zo vol met lesroosters, dat zijn vrouw al lang niet meer de schuld geeft aan de computer…

Vlijm sluipt snel het lokaal van jonge Haan binnen, grist iets van de tafel en verdwijnt weer even snel. Jonge Haan tegen de leerlingen: ‘Wie was dat mannetje?’

Meneer Vlijm heeft veel mee:

Je kunt hem overal verstaan…

Vlijm heeft het zo druk met het maken van lesroosters, dat zijn kinderen moeten leswisselen als er iemand aan belt bij de voordeur…

Als de computer niet meer kan, dan wat Vlijm beweert, dat hij kan, wie is dan van beide de slaaf, of is het een slechte computer, of wil Vlijm niet, dat hij meer kan…

Fondue avond.  De Hughemarke in Noordhorn:

De afwasserij na het fonduen duurt ruim een uur en als alles achter de rug is, verzucht Vlijm:

Er is nog over-we kunnen wel weer beginnen

Tja sommige mensen weten niet van ophouden…




Over een vierde klasser:
Juf Winter:  
een laiferd
Postma:  
en krotte
Juf Meyer:  
oh, wat een stuk!
Vlijm:  
Ik zeg niks…
Beek:
Voddenjas met knopen
Jonge Haan: 
Net Elvis
Ouwe Haan:
Shit, alweer mis!
Vrolijk:  
een pennensabbelaar
Van Dijk:  
een opgeblazen kikker
Postma:  
Ook een mislukte ping-pongbal
Juf Winter: 
Wat een engerd
De conciërge:
Net een verroest theelepeltje!
De leerling zelf:
Ik heb watjes in mijn oren!

Vlijm tegen een leerling die zware taal gebruikt:
‘ Kun je niet gewoon Nederlands praten?’

Vlijm:
Een weekend? Wat is dat voor een ding?

Vlijm:
Wie bedenkt er nou eindelijk eens een reden om het rooster over de kop te gooien. Ik raak helemaal uit vorm…

Vlijm:
Opstaan is werken!

Zit je naast het lokaal van Vlijm:
Heeft hij het over merkwaardige producten. Denk je:
Zit hij nou zijn leerlingen uit te schelden?
Maar nee hoor, blijkt dat ook wiskunde te zijn…

De heer Vlijm:
Veni, Vidi, Fusie…

Voordat Vlijm over de fusie spreekt, vragen we eerst of we nog een sigaret mogen roken…

Als Vlijm over de fusie spreekt, fluiten de kogels om je oren…

Als Vlijm over de fusie heeft gesproken, vragen we of de blinddoek af mag…

Vlijm over de kerstwijding:
Zij die zingen in het koor, doen niet mee met de muziek…

Diderick Vlijm en Lianne de Haan:
Zijn wij nou de enigen op school die erfelijk belast zijn?

Vlijm:
1+1=2! Dat dat nou zo moeilijk is…

Het Gonu-Conferentie te Kortehemmen

Ook onze ‘Kampcommandant’ staat in deze krant.
Hij schreef weer in het scenario
Het werd een thriller zo.
Ten eerste dwong hij ons op de fiets te reizen
En s’avonds moesten wij bier van hem hijsen.
Zelf zweeg hij na nummer……in alle talen,
Kon nog rechtop zijn bedje halen.
Daar sliep hij na zijn bereslok,
Als een varken in zijn hok.
Heeft van Pieters pyamarel niets gehoord.
Vlijm doet zo’n kamp onverstoord.
Spreekt onder het luisteren geen woord,
Vindt ook dat dat niet hoort.
Gedifferienteerd fietste hij weer naar zijn hen…
En sprak tot haar: ‘Zie je niet dat ik nu Vlijmscherp ben?’

Hughemarke Noordhorn, augustus 1984


Wiskunde uitleggen

Wiskunde uitleggen?
Niemand meer iets zeggen
Ik heb het nu wel duizend keer voor gedaan
Daar komt al weer een leerling aan
Een van klas drie en een van klas een
Spring ik weer voor het bord op dat ene been

Wiskunde uitleggen?
Jij mag het zeggen
Dat is toch wel een hondenbaan
Denk je: ‘Heb ik het nu goed gedaan?’
Die snapt het wel en die snapt het niet
Snap ik nou niet, dat jij het niet ziet?

Wiskunde uitleggen?
Wie zal het zeggen
Ik heb het vaak na de les gedaan
Kwamen er weer een paar leerlingen aan
Maar vermoeidheid ken ik niet
Zodat je me thuis niet voor vijf uur ziet

Wiskunde uitleggen?
Zal ik maar zeggen
Soms is het wel, soms niet gedaan
Toch geef ik er niet de bui aan
Dus als je me na de les weer bezig ziet
Denk dan maar: ‘Mijn vak is het niet!’

(Willem Wilmink)



Vlijmscherp

Nu schijnt Vlijm op een mannenkoor te zitten met een knijper op zijn neus.
De dirigent zag het ding wel zitten, hoewel voor ’t zingen niet, maar hij had geen keus.
Het aantal leden was, net als zijn haar, fors uitgedund.
En Vlijm, die zo a-muzikaal leek, in een koor, was toch wel een stunt.
Deze man zijn valsheid af te leren en te moduleren naar een zuivere klank.
Denk eens aan wat hij van zijn vrouw zou oogsten, én de buren: pure dank.
Niet meer deze krassende klanken, als hij ligt te spelen in bad.
Want van het dragen van die watjes, waren al die mensen zat!
Nu is het nog wel even bijten door de zure appel heen,
Want als hij toonladders gaat oefenen, dan komt het uit zijn teen.
Maar is dat leed geleden, dan is daar nog het matrozenpak.
Waarin Vlijm zich, toen hij nog niet zingen kon, van kop tot billen stak.
Nu mag hij daarin staan jubelen met kraag en haren overeind.
Zo in de korte broek, mond open, is hij al een hele vent.
En denk niet dat hij geen geluid maakt tussen al die mannen in.
In het begin was het nog playbacken, maar dat was Vlijm niet naar de zin.
Wanneer hij nu te hard gaat, dan pakken ze zijn bretels,
En tillen hem omhoog, want dan wordt hij wel zo hels,
Dat de stem gaat overslaan in ’t gewenste zachte geluid.
En hoor je van die hele scherpe stem in ’t hele koor geen fluit.


Eens zie ik hem er voorstaan
Met een stokje in de hand
Dan zijn koorleden en toehoorders
Voor altijd uit de brand
En bewondert men zijn kuitwerk
De achterkant van zijn gelijk
En ziet, wat staat die man sterk
Hij draagt zijn weelde vorstelijk
De muziek wordt dan meer mathematisch
En misschien ook wel wat statisch
Wat staccato lijkt het wel
Het klinkt als het tikken van de toetsen
Van de computer met een bel
Wanneer je dat programma gaat uitpetsen
Springt die Vlijm haast uit zijn vel
Want muziek zit in die dingen
Anders was die Vlijm toch niet gaan zingen?

Hughemarke Noorhorn, 1984



Neemt een snoekduik en denkt: ‘ Men kijkt met open mond’.
En inderdaad gans huize Vlijm volgt deze acrobatiek
Tot Hennie Huisvrouw zich bukt: ‘ Jaap? Ben je ziek?’
Want zie: wat niemand had verwacht,
Vlijm landde op de grond, onzacht.
Terwijl hij viel, kneusde hij zijn hiel.
En of hij dit nu wilde of niet, hij kon gaan zitten: voet omhoog.
En voelde toen een pijn die er niet om loog.
Ook sliep hij die nacht slecht.
Zijn vrouw sprak: ‘ Dit is wel echt!’
En het hele weekend plaagde hem die voet,
‘Weet u nog? Hoe dat met sportblessures moet?’


0 Gitariteit

Muziek viert bij ons toch al zo de boventoon.
Kende u het getokkel van gitaar Postma, o zo schoon?
Zijn vingers lang en welgeschapen voor dit vak
Spreiden zich over klankkast en snaren met groot gemak.
Bij hem bestaat zo’n instrument niet alleen maar uit een gat.
Dus een goede gitaar kopen, dan beleef je bij hem wat.
Zelden vindt hij het instrument van de juiste kwakiteit
En verdoet dan met dat zoeken, zoeken, heel wat tijd.
Maar ziet, plots leek het lot gekeerd,Postma zocht en vond, ’t ging niet verkeerd!




0 Dat koor van Vlijm loopt als een trein
 En volgens mij vindt hij dat zingen fijnLaatst zocht hij lied’ren uit voor ; t schoolkerstfeest.
Z stil is ’t door zijn zingen in dat vertrek nog nooit geweest.
De dirigent van ’t koor heeft woderen gedaan,
Terwijl in het begin hij hem nog maar net zagf staan.
Wat vroeger dorre klanken waren uit zijn mond,,
Ging nu als tintelende kristalbellen rond.

’t Was altijd A en B en C kwadraat
Pi en R en wat nog meer in ’t boekje staat,
Em verder nog wat cijfers en getallen
En nu plots deze klanken, zwevende kerstballen
Van het allerlichtste, fijnste materiaal.
Geen wonder dus die stilte in de zaal.

Een schone bariton. IK kneep mijn ogen dicht
En tuurde in mijn verbeelding in Marco Bakker zijn gezicht.
En ja hoor, geluid en fantasie pasten wonderwel bij elkaar.
Ja, dit koor is met deze nieuwe bariton nog langer lang en lang niet klaar.

Zal nieuwe lijnen uit gaan zetten in de keus van ’t repertoire
Ook voor stukken vroeger als te moeilijk aangemerkt is nu een plaatsje daar
En het koor zal hem volgen en bewonderen in ’t geniep
Wanneer zijn lange solo aan de beurt is
En wij die Vlijm stem kenden als ver dragend, streng en diep,
Moeten beamen: Deze ontwinkeling is lang niet mis’

Deze voortrekker in het roosters maken.
Kamoen leiden, computertoetsen raken,vergaderen voor allee raden en vommissies,
Wordt nu ook voorzanger, met permissie.

En hoort u boven het gekrijs der kind’dren
Dan plots verheven deze nachtegaal zingen,
Bedenk dan, hoe wij in onbze nopjes zijn,
Met deze welgeschapen bariton van Vlijm.

Mark Huge

JAAP VLIJM

0 Ode aan Postma



Het begon allemaal op een vrijdag, voetbal in de zaal.
Lekker rauzen: van de school baalden we allemaal.
Hij had al veel artistieke ballen weer getrapt.
Tot plotseling door Jonge haan op zijn voet werd gestapt.

Hij hinkte door de zaal heen en weer
Echt fatsoenlijk lopen kon hij niet meer.
Jonge Haan reed hem maar naar huis,
Zo’n kapotte enkel is een kruis.

De hefstweek trad spoedig in.
In voetbal kreeg hij alweer zin.
Ook het tennissen ging weer goed.
Hij sportte weer, want sport moet.

Wel kon hij wat stijf van zijn livhaam balen,
Maar ja, we hebben allemaal onze kwalen.
Wat rugpijn of een onwillige spier.
Ieder heeft zo op zijn tijd wel wat gemier.

Tot de conferentie ging zo alles naar behoren.,
Hoewel er nog wel eens een potje ytennis wwwerd verlore,
Moet hij maar een andere tegenstander kieze,
Hoeft hij ook niet te verliezen.

De avond ervoor knapte er iets in zijn voet
Voor de tweede keer ging het bij voetbal niet goed.
Alleen Jonge Haan
Had deze keer niet gedaan,

Fietsen naar Korte Hemmen ging niet door.
Toch ging bij hem de conferentie voor’
Wat pijnlijke voet vroeg hij een lift.
Hij kreupelde uit de auto, toen kwam de toegift.

Hij kreeg de vinger tussen de deur

En een pijn er zijn geen woorden veur.
Nog zie ik hem met bleken vertrokken smoel.
Hinkelend: De conferentiezaal is mijn doel.

Daar zat ie – voet op de stoel.
Maar wat er gezegd werd en gedaan
 Is vermoedelijk langs hem heengegaan.
Collega’s bezorgd bogen zich over hem heen.
“Arnold, hoe zit dat nou precies met je been”.

Juf Jansen wide aan de onzekerheid een einde maken.
Sprak : “Arnold, je moet de conferentie staken.
We gaan eerst naar Drachten naar het ziekenhuis.
Dan brengt juf Winter je weer thuis.
De week daarop werkte hij niet.
Voor de leerlingen een groot verdriet.
We hopen dat de voet hauw geneest
 En dat dit de laatse keer is geweest.

J. Verbult

Hughemarke Noordhorn, 1985
































































Geen opmerkingen:

Een reactie posten